woensdag 11 april 2018

INSPECTIERAPPORT ONDERWIJS 2017

Lees ik en hoor ik het nieuws van vandaag 11 april 2018 over het inspectierapport van de staat van ons onderwijs. Er zijn zorgen dat het zo achteruit holt. en dat aan dat minder worden van de kwaliteit maar geen einde lijkt te komen. Dat de overheid meer moet regelen en dat scholen zich meer bewust moeten worden van hun eigen ambities ten aanzien van hun onderwijskwaliteit.
Maar die leerling van nu die minder lijken te presteren zijn wel de kleuters van destijds en volgens mij ligt daar ook een oorzaak van falend beleid.
Ik lees een stuk dat ik al eerder schreef  van 2015 er nog maar weer eens op na.

Leerkrachten en leerlingen verworden steeds meer tot pionnen in het spel van planning en controlevan hun besturen. Onderwijskundige motieven voor goed onderwijs krijgen steeds minder gehoor. Grotere kleutergroepen zijn vaak enkel een gevolg van beleidsmatige keuzes die de schoolpopulatie verderop in het traject op peil moeten houden. De gedachte dat een zeker percentage uitstroom gedurende de onderwijsloopbaan er voor zorgt dat uiteindelijk in de hogere groepen de aantallen 'behapbaar' zijn is één ding. Dat de bovenbouwleerlingen daarmee een evenwichtige aandacht van de leerkracht krijgen en dat ze voldoende vierkante meters bewegingsruimte in hun groep of klaslokaal hebben is een tweede . Allemaal waar en goed beargumenteerd maar diezelfde aandacht ontberen de kleuters bij de start van hun schoolloopbaan want zij moeten immers de aandacht van die ene leerkracht delen met meer dan dertig anderen. Hun bewegingsruimte, toch al essentieel voor hun ontwikkeling, moeten ze ook met meer leerlingen delen. Gevolg is minder beschikbare vierkante meters per leerling. De partij voor de dieren zou hier een issue van maken wanneer het de nederlandse veestapel betrof. Ik chargeer nu bewust even . Door de groepsgrootte boven de dertig leerling uit te laten komen neemt de mogelijkheid van het praktisch werken met 50 % af. (ik chargeer) Immers je kunt nooit drie werkjes per week laten maken door dertig of soms nog meer leerlingen, in een week tijd, en daar als leerkracht voldoende professionele aandacht aan geven. Daar ga je dus twee weken over doen. Gevolg is dat van de 40 onderwijsweken de kinderen in de kleutergroepen dus maar de helft werkelijk les krijgen. In plaats van twee kleutergroepen van 20 kinderen met gewoon kwalitatief goed onderwijs te bieden kiezen veel organisaties nu voor een grotere kleutergroep van vaak dertig of meer kinderen omdat daar het makkelijkst de organisatorische (lees-financiele)winst te behalen is. Lumpsum blijkt zo zelf de doodsteek voor kwalitatief goed (kleuter)onderwijs omdat veel besturen het werkelijke belang van goed kleuteronderwijs niet lijken te zien en zich blind staren op de planning en control aspecten verderop in  hun organisatie. Want alles moet wel betaald kunnen worden. Prima en helemaal waar maar het werkt wel  verlammend op de initiële rol van het onderwijs zelf. Namelijk goed les kunnen geven in een omgeving die voor ieder kind voldoende ruimte biedt tot ontwikkeling. 




Omdat kleuters, het jonge kind, in onze samenleving er steeds meer bij lijken te hangen wil ik pleiten voor  een nieuw elan in het onderwijs aan het jonge kind. Ik pleit voor een samenvoeging van peuterspeelzaal en kleuterbouw van het regulier basisonderwijs tot een nieuwe onderwijsvorm als voorbereiding op de basisschool zoals deze vroeger was. Noem dat voor mijn part de Voorschool. Zorg voor een passende beloning voor hen die dat werk gaan doen. Wanneer peuterspeelzalen en de  groepen 1-2 van het huidige basisonderwijs hun ontwikkelingslijnen en doorgaande lijnen op elkaar afstemmen kan daar volgens mij een heel boeiend levensvatbaar onderwijs alternatief uit voortkomend dat de brede basisontwikkeling van het jonge kind weer in het zicht houdt. Kan de reguliere basisschool zich weer geheel richten op het cursorisch methodisch leren van de kinderen die leren lezen en rekenen volgens de weg van een gekozen onderwijsmethode. Kunnen onze jonge kinderen weer die ,o zo belangrijke  brede basisontwikkeling krijgen die ze momenteel ontberen. Die basisontwikkeling die zo enorm nodig is voor ieder kind. Via het spelend leren, ervarend leren op een juiste manier echt klaar te zijn als de stap naar het methodisch cursorisch onderwijs gemaakt gaat worden . Misschien dat dan de landelijke gemiddelde leerresultaten over de hele linie wel weer omhoog gaan. Nota bene  deze invalshoek blijft al sinds de samenvoeging van kleuteronderwijs en lagere school in 1987 onbesproken. Volgens mij valt er daar pas echt kwaliteitswinst te behalen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten