woensdag 27 september 2017

Muze




Vannacht heb ik mijn muze weer gezien.
Ze had haar haar geknipt
het gezicht mooi opgemaakt.
De lippen weer gestift,
haar benen net onthaart.
zo zacht, zo zacht was ze nog nooit

Vannacht heb ik mijn muze weer gezien.
en ze klonk, zo liefdevol zo  sprak ze nooit met mij.
In mijn slaap,  mijn droom,
nadert ze en lacht  naar mij.
Vannacht heb ik mijn muze weer gezien 

Haar stem klinkt als de zoetste  verleiding.
voel  warmte van haar lichaam stralen
terwijl de vonken overspringen.
Haar borsten zacht, de lippen vochtig.
Haar schoot nog warm van de liefde voor het  leven
dat zij door wil geven.

Vannacht heb ik mijn muze weer gezien.
Er hing een spanning in de lucht.
Ze danste samen met mij deze wals
en zag me in de ogen.
Ik rook de frisheid van haar haren
en het parfum in haar hals.

Ze is zo zoeter zoet als nooit tevoren
Om te ruiken en te proeven. 
Om te kussen en te strelen.
Om te rusten in haar schoot
Ze was geweldig om te voelen.
Maar bovenal was het geweldig 
om haar nieuwe stem te horen.

Vannacht heb ik mijn muze weer gezien.
in al haar naaktheid liet ze mij begaan
terwijl ik als aan de grond genageld
in aanbidding voor haar stil bleef staan.
Tot aan mijn ontwaken mocht ik haar schoonheid
ongestoord aanschouwen.


Vannacht heb ik mijn muze weer gezien.
Een stem riep haar te komen naar het licht.
Ze werd doorschijnend als een engel.
Toen moest ik haar weer laten gaan
want het waken nam het over van mijn slaap.
De alledaagsheid van mijn wakkere bestaan
heeft mijn muze toen van mij doen gaan.
Ze zwaait en werpt mij een luchtkus toe.
Ze draait zich om en zoekt het licht weer op.
En het licht nam al haar schoonheid in zich op.

Maar, mijn God, wat was ze mooi!

Mijn lieve God was was ze oogverblindend mooi!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten