zondag 9 maart 2014

De muze van het woord

Ik herken haar in mijn slaap
De muze van het woord.
Toevallige passante,
Bevallige, charmante,
weergaloze schoonheid.
Geloken ogen ,gaaf gezicht,
verschijnend in het ochtendlicht.


De zon weerspiegelt op haar ravenzwarte lokken.
Haar haren vallen naadloos langs elkaar.
Verborgen onder rokken aan het zicht onttrokken
moeten haar benen wel  begeerlijk zijn,
haar voeten wel  gewassen zijn.
Verzorgd gelakte nagels  in onbekende kleur
Tussen de regels van het minnen
Herken ik weer haar geur


De muze van het woord.
Ik ken nog altijd niet haar naam.
Haar onbestreelde borsten
blijven een  goed bewaard geheim.
Bekoorlijk als zij is,
laat ik haar bij't ontwaken ,
onbetast weer van mij gaan




Geen opmerkingen:

Een reactie posten