Descartes zei het al eerder. ‘Ik denk dus ik besta.” Met Kierkegaard kwam iets soortgelijks :”Ik twijfel dus ik besta.” Over de vertwijfeling. Ik vraag dus ik besta want twijfelen is de vraag blijvend durven stellen. Niets is zeker tot het moment daar is dat jij , en jij alleen besluit dat het voor jou waarheid is waarvoor jij wilt leven en sterven. Kierkegaard stenen in Gilleleje laat het goed aan ons zien daar op de duin langs de zee met uitzicht over het water. Hij bedacht het volgende:”‘Wat is waarheid anders dan leven voor een idee.’ Kierkegaard schreef dit dus in Gilleleje, in 1835. 22 jaar oud.
Het zwijgzame midden zal eerdaags de stem verheffen. Eindelijk de nuance verkondigen de waarheid samen maken, de werkelijkheid samen zijn en een samenleving scheppen waar het goed samenleven is. Jij doet jouw ding ik het mijne en wat ons bind zijn de afspraken in dit land, de wetten die hier gelden de vrijheid hier bevochten, al sinds eeuwen de bruggen die we bouwen zullen krachtig zijn om iedereen te dragen naar de overkant naar de ander in een ander licht…. wij zijn allen mensen voor Zijn aangezicht
Staat van ons onderwijs.
In het NRC artikel een heldere uiteenzetting van de ontstane bedrijfscultuur in het nederlandse onderwijs. LumpSum als doodsteek, zoals al vele malen gezegd. Het moet weer eens gezegd. Onderwijs is geen product en wanneer het wel als zodanig wordt benaderd stappen we in de steeds smaller wordende fuik van planning en control in plaats van gedegen pedagogische keuzes maken ten gunste van een goede ontwikkeling van de leerlingen. Hoe vaak worden keuzes tegenwoordig niet ingegeven door kostenafwegingen en hoe vaak komt onderwijsgeld ,voor leerlingen bedoeld, niet daar terecht maar blijft het hangen in de bestuur en managementlagen van de organisaties.
Bovendien suggereert het een stijgende lijn die er niet altijd is.
Het onderstaand artikel maakt er korte metten mee. Klik op deze NRC link en lees het artikel.
(n.b opent in een nieuw venster)
Ik zie hem nog zitten, alleen aan de bar van theater de lampegiet in Veenendaal
Het was na de voorstelling. Hij dronk een sinas, in elk geval iets zonder alcohol. Ik kon het beeld al niet goed rijmen met de voorstelling die ik zojuist had bijgewoond. Er was iets aan de hand maar ik wist nog niet wat.
Op het podium had ik al verschillende keren gezien hoe hij tussen de liederen door een pufje nam om weer meer lucht te krijgen. Alsof hij al langer longpatient was. Zijn medicatie stond voor hem klaar op de vleugel.
Ik keek dan ook niet echt op van het bericht dat hij ongeneeslijk ziek was.
De troubadour van het betere levenslied zou ons binnenkort gaan ontvallen. Dat was intussen wel overduidelijk. En vanavond, zoveel jaren na zijn sterven, kijk ik hier naar zijn allerlaatste wapenfeit. Een bundel met nog door hem zelf uitgezochte teksten. Bij leven nog samengesteld als was het een soort van tekstueel testament. Voorzien van een CD die ik werkelijk nog nooit gedraaid heb. Maarten van Roozendaal, de onverschrokken liederenzanger. De imposante lange verschijning niet van mijn netvlies te branden. Het allereerste lied dat ik van hem hoorde en waarvan ik getuige mocht zijn in Theater Cultura in Ede was om te janken zo mooi.In het licht kringelde de rook zachtjes omhoog. Sigaret nonchalant tussen zijn geel verrookte vingers.
De volle akkoorden gespeeld op gitaar door zijn vaste gitarist Marcel de Groot. Zijn vaste bassist Egon Kracht voorzag alles van een solide muzikale ondergrond. En dan die openingszinnen van het lied Mooi. Ja maarten , lieve lieve Maarten, het was meer dan mooi.
Meestal iemand die we bewonderen om zijn of haar ,wijsheid en of levenswijze .
Ze gingen ons meestal voor op onbegaanbaar gedachte wegen.Waren ons tot voorbeeld of inspireerden ons.
Ik denk aan Martin Luther King en zijn gelijkheidsbeweging in het Amerika van de vorige eeuw.
Ik denk aan Mahatma Gandhi in zijn geweldloze strijd om onafhankelijkheid in India.
Ik denk aan Nelson Mandela in zijn strijd tegen apartheid.
Ik denk aan moeder Theresa in haar strijd tegen armoede in de sloppen van Calcutta.
Ik denk aan Jezus in zijn strijd tegen de hypocrisie van de schriftgeleerden van zijn tijd.
Aan zijn niet aflatende boodschap van geen kwaad met kwaad vergelden, heb de ander lief als uzelf en God boven alles.
Tenslotte wees hij ook nog op zichzelf als De Waarheid Het Leven etc.
"There are ten commandments but keep this straigth if you keep the first to you fulfill the other eight!" (Larry Norman)
Spreken en handelen in de geest van een ander maakt dat het denken en handelen van die ander weer tot leven komt door ons, in ons. In die zin leeft de ander voort in de wijze waarop wij in hun voetsporen treden en er in durven wandelen, werken, leven.
In die zin leeft Martin Luther door in ons. In die zin leven Moeder Theresa en Mahatma Gandhi door in ons denken en handelen.
Hoe zit dat dan met Jezus? In elk geval kunnen we er van uitgaan dat hij leeft in overdrachtelijke zin, net als al die andere grote geesten die ik net noemde. Zolang er mensen zijn die volgens zijn leer willen leven en daarmee in zijn voetsporen willen treden houden ze hem levend onder de levenden in overdrachtelijke zin.
Maar Jezus en zijn navolgers beweren nog iets anders. Ze claimen de lichamelijke opstanding uit de dood.
Eerst vond Jezus de dood aan het kruis en zijn lichaam werd in een graf gelegd nadat de gebruikelijke rituelen waren uitgevoerd.
Er wordt geclaimd dat hij na drie dagen opstond uit die dood. Zijn dode lichaam werd weer levend, zijn hart begon weer te kloppen, het bloed ging weer stromen en zijn longen vulden zich weer opnieuw met lucht en alle natuurlijke levensprocessen werden op wonderlijke wijze hervat.
Gek genoeg sluit ik me daar bij aan. Tegen alle logica en alle wereldwijsheid, tegen beter weten in, tegen elke biologische onmogelijkheid in geloof ik dit.
Waarom? Omdat Jezus na zijn opstandig is verschenen aan diverse mensen, Hij voedsel tot zich nam om maar te laten zien hoe gewoon en werkelijk zijn opstanding is geweest.
Wanneer alle getuigen daarover zouden hebben gelogen hebben ze dat gedaan in strijd met de ethiek die ze zelf verkondigden. Het wil er bij mij niet in dat er sprake was van een collectieve paranoia in zijn directe vriendenkring en tijdgenoten die hem hebben gezien en gehoord tijdens zijn werkbare leven als prediker . Daarnaast wordt ook geschreven dat hij er plotseling was, dus.... er was meer aan de hand, hij bezat dus toch ook een buitennatuurlijke status met dat opgestane lichaam. Er was iets aan veranderd waardoor dit allemaal mogelijk werd.
Dat is de essentie van mijn geloof, dat Jezus gestorven is aan het kruis, na drie dagen weer is opgestaan uit de dood en uiteindelijk ten hemel is gevaren waar hij voor al zijn gelovigen een plaats klaarmaakt om daar ook te komen.
Uiteindelijk ga ik ook eens dood, sterft mijn lichaam ,verwordt tot stof, via de weg van crematie of teraardebestelling. In dat laatste geval beschouw ik mijzelf als een zaad dat geplant in de aarde wacht op de grote zomer waarin mijn lichaam zal ontkiemen in groter heerlijkheid dan ik nu ooit zal kunnen vermoeden of beseffen. En natuurlijk in een volkomen andere hoedanigheid.
Ik bedrijf hier geen wetenschap volgens de geldende wetenschappelijke principes maar ik geloof dat het verhaal verteld en waarvan door zovelen in de geschiedenis is getuigd waar is en het waard is om geloofd te worden. Daar doe ik niemand mee te kort. Hoogstens mijzelf of ik win er alles mee.