Ik zie hem nog zitten, alleen aan de bar van theater de lampegiet in Veenendaal
Het was na de voorstelling. Hij dronk een sinas, in elk geval iets zonder alcohol. Ik kon het beeld al niet goed rijmen met de voorstelling die ik zojuist had bijgewoond. Er was iets aan de hand maar ik wist nog niet wat.
Op het podium had ik al verschillende keren gezien hoe hij tussen de liederen door een pufje nam om weer meer lucht te krijgen. Alsof hij al langer longpatient was. Zijn medicatie stond voor hem klaar op de vleugel.
Ik keek dan ook niet echt op van het bericht dat hij ongeneeslijk ziek was.
De troubadour van het betere levenslied zou ons binnenkort gaan ontvallen. Dat was intussen wel overduidelijk. En vanavond, zoveel jaren na zijn sterven, kijk ik hier naar zijn allerlaatste wapenfeit. Een bundel met nog door hem zelf uitgezochte teksten. Bij leven nog samengesteld als was het een soort van tekstueel testament. Voorzien van een CD die ik werkelijk nog nooit gedraaid heb. Maarten van Roozendaal, de onverschrokken liederenzanger. De imposante lange verschijning niet van mijn netvlies te branden. Het allereerste lied dat ik van hem hoorde en waarvan ik getuige mocht zijn in Theater Cultura in Ede was om te janken zo mooi.In het licht kringelde de rook zachtjes omhoog. Sigaret nonchalant tussen zijn geel verrookte vingers.
De volle akkoorden gespeeld op gitaar door zijn vaste gitarist Marcel de Groot. Zijn vaste bassist Egon Kracht voorzag alles van een solide muzikale ondergrond. En dan die openingszinnen van het lied Mooi. Ja maarten , lieve lieve Maarten, het was meer dan mooi.
Ach zie de lammeren nou toch lurken
Aan hun vers geschoren moeders
En hoe de jonge zwanen
Donzen in de zachte sloot
En hoe de zwoele wind de wolken waait
Tot pas gewassen luchten
Kan iets mooier dan het mooi is
Kan iets groter zijn dan groot
En voel de hosta nou toch lonken
Haar knoppen staan op barsten
Het nieuwe riet drinkt gulzig water
Uit de smalle vaart
Kan iets frisser dan het fris is
Wulpser dan het wulpste
Ach ik ben Goddank
Dus nog een keer
Een jonge lente waard
En zie de irissen nou toch pronken
Met hun stampers als koralen
Een varen rolt haar blaren
Als een leguanentong
En zie de veulens nou toch wankelen
En de vogels naar hun nesten
Kan iets verser dan het vers is
Kan iets jonger zijn dan jong
Zie hoe de zon een scherpe schaduw trekt
Onder de wijde wilgen
De puppies rennen rondjes
Bijtend naar hun eigen staart
Kan iets leuker dan het leuk is
Jeugdiger dan jeugdig
Ach ik ben Goddank
Dus nog een keer
Een jonge lente waard
Dit is zo mooi
Het is om te janken zo mooi
Mooi, om te janken zo mooi
En nu de wingerd zich wellustig
En het onkruid onbezonnen
En ik mezelf aftel
Van volwassen naar bejaard
Wordt het groener dan het groen was
Nu ik grijzer dan ik grijs ben
Ach ik ben Goddank
Dus nog een keer
Een jonge lente waard
Mooi
Het is om te janken zo mooi
Mooi, om te janken zo mooi
En als vannacht de open hemel
De sterren strak laat stralen
En ik buiten op mijn rug lig
Starend naar het firmament
Kan het stiller dan het stil is
Eeuwiger dan eeuwig
Dan ben ik Goddank
Dus nog een keer
Gevangen in het moment
Oh
Dit is zo mooi
Het is om te janken zo mooi
Mooi, om te janken zo mooi
Mooi, om te janken zo mooi
Mooi
Om te janken zo mooi
Ik moet er ook echt om janken. Mooi verwoord juko, jouw eerbetoon aan Maarten en wat opmerkzaam dat je al obderveerde dat er iets niet goed was. Ik heb Maarten voor het eerst ontmoet bij een 10jarig bestaan van de NPO, waar Hans Dorrestijn moest optreden. Ik was totaal gegrepen, zowel door zijn verschijning als zijn stem en teksten. Hij blies in één keer de laatste restjes calvinisme uit m'n ziel. Hij verwoordde, leefde zoals ik ook zou willen leven, maar waar ik nooit de lef voor had of heb.
BeantwoordenVerwijderenAch hoe jammer dat zulke brandende toortsen zo snel uitdoven, maar wat prachtig dat jij hem met woorden weer levend heb gemaakt.
Zoek je “lef” en ga stap voor stap. Je zult zien dat bij elke stap die je druft te zetten je moed evenredig zal toenemen.
BeantwoordenVerwijderen