Ik ben met mijn liefste lief Door het land gaan fietsen We zijn zelfs even stil gaan staan en hebben niets gehoord Dan het ruisen van Zijn adem in ons beider oren Het wuivend gras als in een groet Zo hebben wij Hem daar in het open land Als schepper van dit al ontmoet Tot tranens toe geroerd Om zoveel groen en rust Heb ik daar in alle eenvoud Mijn liefste lief Vol op de mond gekust